Over kattenliefde
In hoeverre zijn dieren in staat tot het schenken van liefde, liefde zoals bezongen en beschreven in ontelbare liefdesliedjes en teksten? Ik vermoed dat het vaak onze eigen gevoelsprojectie op vertederend dierengedrag betreft, alhoewel ik hiervoor geen wetenschappelijk bewijs kan aandragen. Daarom beperk ik me slechts tot het uitspreken van mijn vermoeden.
Zelf ben ik opgegroeid in een gezin met, naar ik wel mag zeggen, kattenhaat. De alarmkreet kat in de tuin resulteerde ontegenzeggelijk in een familiestormloop bedoeld als gemeenschappelijke aanval, een venijnig agressieve groepsreactie als na een wespensteek in een week lichaamsdeel. Bij menig kat zal deze intimiderende reactie destijds in een levenslang trauma hebben geresulteerd, alhoewel deze veronderstelling niet gestaafd werd door hun regelmatige terugkeer in onze tuin, wat mijns inziens ook iets zegt over het volhardend eigenwijze karakter van dit zo alom gewaardeerde knuffeldier.
Wat wij kattenliefde noemen werkt over het algemeen toch anders dan bij mensenvriendschappen. Gedurende een korte periode investeren om er dan voor langere tijd op te kunnen teren geldt geenszins voor een doorsnee kat. Die eist zijn dagelijkse aandacht en toewijding op. Geen moment kan zomaar voorbijgaan zonder hem erbij te betrekken, uiteraard op voorwaarde dat het wel op zijn eigen kattenmanier geschiedt, gekenmerkt door een grote mate van arrogantie en egocentrisme.
Een goed voorbeeld vormt het ochtendritueel van de kat van mijn jongste dochter destijds, een overigens alleraardigst beestje tot wiens bezit ik me ooit door haar op slinkse wijze heb laten verleiden. Zodra ik slaperig (de ochtend is niet mijn sterkste moment) en onzeker balancerend op blote voeten de trap naar beneden afdaalde, sprong het diertje voor mijn voeten om mijn wankele pad met opgestoken staart en al kopjes gevend te doorkruisen, daarbij een spingeluid fabricerend vergelijkbaar met een laag overvliegend sportvliegtuigje. Halverwege de trap besloot het beest altijd weer onverwacht om zich op mijn voeten te vlijen, daarbij fel in mijn tenen bijtend als uiting van zijn ongenoegen over het feit dat het vullen van zijn voederbakje wel erg lang op zich liet wachten. Dat ik nooit met een gruwelijke doodsklap ter aarde ben gestort mag tot op de dag van vandaag een waar godswonder heten.
Het grootste bewijs van arrogantie leverde het diertje bij terugkomst van vakantie. Tijdens die periode van afwezigheid zorgde de buurvrouw, zelf een toegewijd kattenbezitter, ervoor dat ons huisdier niets te kort kwam. Dus voldoende aandacht en voldoende voedsel. Echter vanaf het eerste moment na thuiskomst vertoonde hij uit pure nijd een gespleten gedrag van overdreven aandacht in de vorm van kopjes geven, op schoot kruipen of het met toegeknepen ogen toebedelen van liefdevolle blikken, tegenover het compleet negeren van welgemeende aandacht onzerzijds, een gemoedstoestand die hij soms dagenlang volhield.
Dat er aan kattenbezit een uitermate duur prijskaartje kan hangen bewezen Nolan Jonker en zijn vriendin, die in Rijswijk een ruim appartement aan de Sir Winston Churchilllaan bewonen. Nog niet zo lang samenwonend koesterden beiden een huisdierenwens, waarbij al geruime tijd tussen een hond en een kat werd getwijfeld. Uiteindelijk viel de keuze op een kat, omdat die naar horen zeggen beter bestand was tegen alleen zijn. Als werkend jong stel waren zij de gehele dag van huis. Daarbij kwam dat zij op de zesde etage woonden, geen ideale locatie voor een buitenkat. Na rijp overleg en inwinning van de nodige informatie werd tot de aanschaf van een dure raskat besloten en viel de keuze op een Savannah, een schitterend dier met een prachtige tekening in de vacht, waarvoor beiden als een blok vielen en die zijn plek in huis al binnen enkele dagen wist te veroveren, of liever gezegd opeiste.
Iedere werkdag, vanaf het eerste moment na thuiskomst, vroeg het diertje, na een dag van eenzaamheid, onverschrokken om aandacht en wilde bij alles worden betrokken. Of het nu om eten koken, stofzuigen of tv-kijken ging, de Savannah eiste zijn plaats op en kreeg die ruimschoots toebedeeld, een aanspraak overigens waarin beiden van harte meegingen. Slechts één enkel doembeeld overschaduwde het kattengeluk: een open raam of buitendeur. Het idee van een nieuwsgierige ontsnapte raskat deed hen de koude rillingen over de rug lopen, een beeld waar zij liever niet aan dachten.
Toch gebeurde het op een avond, één moment van onachtzaamheid, waarin de Savannah zijn kans schoon zag om de wereld te gaan ontdekken.
Thuisgekomen na zijn wekelijkse kaartavond met vrienden constateerde Nolan dat zijn vriendin onder de douche stond, een standaardsituatie waarbij de kat normaal gesproken in zijn speelkamer werd opgesloten, puur uit veiligheidsoverwegingen.
Aangetrokken door de heldere sterrenhemel ontsloot Nolan de buitendeur en betrad het balkon om daar van dit prachtige natuurverschijnsel te genieten, een introspectiemoment van slechts korte duur, ruw verstoord door een ijselijke gil uit de mond van zijn vriendin die zojuist de doucheruimte verliet. Verschrikt omkijkend zag hij nog net een schim van de Savannah voorbij schieten, een bliksemsnelle actie waarmee die zijn kans om de wereld te ontdekken ten volle aangreep.
‘Doe iets man, pak hem dan, laat hem niet ontsnappen!’ krijste zijn vriendin. Een wanhoopskreet die veel te laat kwam, omdat de dure raskat al lang in het duister van het belendende balkon was verdwenen.
Razendsnel spoedde Nolan zich naar binnen, griste een zaklamp uit een la en zette de achtervolging in, daarbij moeizaam over de balustrade van de buren klimmend. Van de dure Savannah echter was geen spoor te ontdekken. Vermoedelijk oogde het verblijf op het volgende balkon te aantrekkelijk om af te slaan, een gedachtegang die Nolan blijkbaar kon volgen gezien zijn beklimming van de volgende balustrade.
Voor buitenstaanders leverde de aanblik van deze nogal vreemd ogende klimpartij een wellicht verontrustende aanblik op. In ieder geval voor een van de overbuurvrouwen die, een brute inbraak veronderstellend, direct 112 belde. Juist op het moment dat Nolan zijn in een hoek van het laatste balkon gekropen huisdier wist te vangen, belden twee agenten aan om de inbraakmelding te controleren. Midden in de toelichting van zijn vriendin betrad Nolan de woonkamer, met in zijn armen een hevig protesterende Savannah die het, bij de aanblik van de twee wetsdienaars, op een hevige blaaspartij zette, zo zijn teleurstelling over het mislukte avontuur uitend.
Het verhaal werd door de agenten uitgebreid geregistreerd. Zo’n uitzonderlijke gebeurtenis leek hun de moeite waard om voor het nageslacht te bewaren. Alzo zoekend in Nolans persoonsgegevens ontdekte de schrijvende diender een nogal delicate aantekening achter diens naam.
‘Meneer Jonker, ik zie hier in mijn administratie dat u nogal wat onbetaalde verkeersboetes hebt openstaan.’
‘Ja, dat zou best kunnen,’ mompelde Nolan onzeker. ‘Ik ben misschien weleens vergeten om er een te betalen.’
Met verbaasde twinkelogen richtte de agent eerst zijn blik op zijn collega en keek toen naar Nolan.
‘Er één betalen?’ reageerde hij, nauwelijks in staat om zijn lachen te onderdrukken. ‘Er één betalen, zegt u? Nou, dat aantal van één klopt vermoedelijk niet. Het gaat namelijk om een bedrag van €2500. Dat lijkt me niet bepaald een gevalletje van een keertje tien kilometer te hard rijden.’
Met een rood hoofd stamelde Nolan wat onverstaanbare klanken, daarbij schuins een blik naar zijn hoogst verbaasde vriendin werpend.
‘Ik denk dat u maar even mee moet komen naar het bureau, dan kunnen we deze kwestie verder afhandelen,’ besloot de agent van zijn stoel opstaand om de daad bij het woord te voegen.
Vanaf dat moment kreeg het begrip dure raskat voor Nolan een geheel andere betekenis.