Politiekat

De locatie van dierenasiel ‘Er kan nog meer bij’ liet zich gemakkelijk vaststellen. Vanaf grote afstand lieten de gebouwen zich door nadrukkelijk aanwezige dierengeluiden lokaliseren. Vooral het aanhoudende blafconcert vanuit de hondenverblijven, waarbij de zware bassen en hoge sopranen elkaar met regelmaat afwisselden, voerden de boventoon. Nog maar enkele dagen geleden belde Elena het asiel met de vraag of er wellicht een katje beschikbaar was.
“Oh er zijn d’r genoeg hoor,” sprak de hoge vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. “We vinden het fijn als we onze dieren aan een nieuw baasje kunnen helpen,” luidde de van opluchting vervulde toevoeging. De opname van dieren stond namelijk in scheve verhouding met de mate van adoptie, vandaar deze reactie.
Sinds enkele jaren woonde Elena na een mislukt huwelijk in een gezellig flatje, dat zij geheel naar eigen smaak en inzichten had aangekleed, een rommelig ogende maar zeer gezellige inrichting. Tot voor kort sierde een getralied en kleurrijk dierenverblijf de hoek van haar kamer, de behuizing van haar tamme ratje Bokser, die zijn naam ontleende aan een niet aflatende behoefte om met zijn kleine voorpootjes ritmisch tegen het waterreservoir te roffelen, alsof het een boksbal betrof. De aanwezigheid van het knaagdiertje verschafte Elena een vertrouwd huiselijk gevoel. Zodra zij na een drukke werkdag haar woning betrad, kroop het diertje in de hoek van de kooi uit zijn schuilplaats tevoorschijn om met zijn fanatieke beoefening van de bokssport te beginnen, een soort verwelkomingsritueel dat de rest van de avond vulde. Voor iemand anders wellicht een irritant geluid, maar voor Elena vormde deze fanatieke inspanning een bewijs dat haar aanwezigheid ertoe deed, temeer als ze vers voer voor Bokser tevoorschijn toverde, een gebruik dat met een klimpartij in de tralies en een in de lucht gestoken snuffelsnuit werd bekroond.
Bokser was trouwens niet de eerste bewoner van het hok. Twee andere ratjes waren hem voorgegaan, waarmee Elena eveneens een warme gevoelsband opbouwde die echter ook een keerzijde kende. De lengte van een gemiddeld rattenleven is niet te vergelijken met die van een mens, waardoor de opgebouwde emotionele band tussen Elena en haar dierenvriendjes tot haar verdriet steeds weer na enkele jaren werd verbroken.
Vorige week was het weer zover. Toen Elena na haar drukke werkdag thuiskwam, zich verheugend op het verwelkomingsritueel van haar huisdier, bleef het na binnenkomst akelig stil. Een korte inspectie van het dierenverblijf bleek voldoende om het overlijden van Bokser te constateren. Met open oogjes en zijn pootjes omhoog lag hij uitgeteld in zijn schuilplaats van drie schuin tegen elkaar gestapelde stenen. Dwars door de diepe golf van verdriet, die haar ook nu weer overspoelde, nam zij ter plekke een resoluut besluit: er komt geen nieuwe Bokser in mijn huis, ik wil dit niet meer.
Maar binnen enkele dagen knaagde de stilte aan haar als een zweem van eenzaamheid, een gevoel van verlatenheid dat haar verdriet en gemis eerder versterkte dan verhielp. Vandaar haar vraag aan het dierenasiel om een kat.
“Kunt u mij uitleggen wat voor soort kat u eigenlijk zoekt?” vroeg de medewerkster na een korte kennismaking.
“Nou ziet u, ik woon in een klein appartement. Ik zoek dus eigenlijk een binnenkat, eentje die gewend is om in huis te blijven. Hij kan uiteraard gebruik maken van mijn balkonnetje, zodat hij toch ook de buitenlucht ervaart. Mijn overleden huisdieren verschaften mij tot nu toe een vertrouwde huiselijkheid. Hun aanwezigheid hielp mij om niet aan een gevoel van eenzaamheid toe te geven. Die knaagdiertjes hebben echter een nadeel: ze leven zo kort. Maar in die kortstondige leventjes bouwde ik wel steeds een emotionele band met hen op. Daarop hoop ik bij een kat eigenlijk ook.”
“Nou dan denk ik dat ik wel genoeg weet. Loopt u maar met me mee.”
Een korte wandeling door de gangen van het asiel leidde hen naar een ruimte waarin allerlei kattenspeeltuig stond opgesteld. De twee klimpalen bleken favoriet, want in de ene zaten twee zwarte poezen zich permanent met elkaar te bemoeien, terwijl in de andere een zwart-wit gevlekte kater zich rustig waste, niet gehinderd door het drukke gedoe in de andere paal.
“Ik stel voor dat u naar binnen gaat en probeert om met de dieren contact te leggen,” luidde de eenvoudig klinkende opdracht.
Hierop opende de medewerkster de deur en liet Elena naar binnen, die zich rustig in het midden van de ruimte opstelde om te kijken wat er zou gebeuren.
De twee poezen gaven geen enkele reactie, die hadden alleen maar oog voor elkaar. De kater in de andere paal echter stopte zijn waspraktijk en nestelde zich gemakkelijk op zijn uitkijkpost om de nieuwkomer te observeren. Als door een magneet werd Elena door het dier aangetrokken. Bij de eerste kruising van hun blikken wendde de kat die van haar af, een te verwachten reactie vervuld van katachtige arrogantie. Deze bleek echter van korte duur, want algauw wendde de kater zijn blik weer naar de nieuweling, richtte zich uitrekkend op en klom bedachtzaam omlaag, waarna hij recht op Elena afliep om haar met kopjes te overstelpen. Langzaam boog Elena zich voorover en hield een hand omlaag, die de kater uitgebreid inspecteerde en besnuffelde. Na een afsluitend kopje trok het dier zich tevreden op zijn uitkijkpost terug.
Rustig liep Elena in de richting van de deur.
“Ik denk dat ik het wel weet,” reageerde ze even later tegen de medewerkster in de gang.
“Heeft u een keuze kunnen maken dan?”
“Ik heb geen keuze gemaakt,” antwoordde Elena, “ik ben zelf uitgekozen, door de zwart-wit gevlekte kater. Die kwam naar me toe, keurde mij en bevestigde dat positief met een stortvloed aan kopjes. Dus hij heeft mij uitgekozen. Die kater wil ik graag.”
“Oké, wat onverwacht,” antwoordde de medewerkster.
“Onverwacht? Hoezo?”
“Nou, het is een dier met nogal een verhaal en daardoor een handleiding. Hij heeft hiervoor twee eigenaren gehad met een verleden van mishandeling. August is absoluut geen schootkat en heeft nogal een gebruiksaanwijzing, absoluut geen voorbeeld van huiselijkheid.”
Zonder nadenken antwoordde Elena resoluut:
“Ik blijf bij mijn besluit. Hij heeft mij uitgekozen en dat voelt goed.”
Thuis aangekomen plaatste Elena de kattenbench in het midden van de woonkamer. Alvorens die te ontsluiten opende zij eerst alle binnendeuren van haar woning, zelfs die van de douche met het toilet, met als doel kater August in de gelegenheid te stellen om de woning te verkennen en zich vertrouwd te voelen. Voorzichtig opende Elena de bench. Zonder twijfel sloop August naar buiten en nam al zittend rustig de tijd om eens rond te kijken. Algauw verhief hij zich van zijn plek en liep resoluut op de balkondeur af. In de dagen hiervoor had Elena het balkon van een kattennet voorzien, een groen gemaasd net dat katten verhinderde om van het balkon af te kunnen klimmen.
“Wil je meteen naar buiten?” vroeg Elena. “Wil je niet eerst het huis zien dan?”
August bleek overduidelijk over een eigen besluitvorming te beschikken die geen discussieruimte toeliet, wat hij met een klagelijke mauw bevestigde.
“Nou goed dan, jij je zin,” antwoordde Elena, waarna ze de balkondeur opende en de kater naar buiten liet.
Deze sprong resoluut op de muur waaraan het groene net was bevestigd om daar eens een paar flinke halen aan te geven. Voor het tot Elena doordrong was er een gat gecreëerd groot genoeg om doorheen te kruipen, wat August dan ook vliegensvlug deed. Zelfverzekerd liep hij over de rand naar het belendende balkon, buiten bereik van Elena, die met allerlei lekkere hapjes probeerde haar nieuwe huisgenoot terug te lokken. Kater August interesseerde zich echter geenszins voor al die aanlokkelijkheden. Het enige waar zijn aandacht naar uitging was het huis van de buren, waar hij onafgebroken naar staarde.
“Kom dan, kom dan toch August,” probeerde Elena nogmaals.
Als antwoord kreeg ze slechts een langgerekt gemiauw.
Elena had geen flauw idee door wie het buurhuis werd bewoond. Met de meeste galerijbewoners had zij een prima contact. Haar directe buren had zij echter nog nooit gezien. Toch besloot zij om maar aan te bellen, een buur in nood moet tenslotte geholpen worden. Hoe lang Elena echter ook belde, er volgde geen enkele reactie. Het keukenraam bood ook geen uitkomst, daar dit altijd door een donker gordijn werd verduisterd.
Ten einde raad belde ze de hulpdienst met het verzoek of de brandweer haar kon helpen. Gelukkig stond die enige ogenblikken later met een ladderwagen klaar om de kat uit zijn benarde positie te bevrijden. Wonder boven wonder liet het dier zich zonder problemen oppakken en naar beneden voeren, om zich even later met haar nieuwe baasje te verenigen. Eenmaal binnen liep hij naar zijn voederbak om zich uitgebreid aan alle uitgestalde lekkernijen tegoed te doen, een wending waar Elena helemaal niets van begreep.
Wat een eigenwijs beest is dit zeg, dacht zij. Eigenlijk houd ik daar wel van.
Een van de behulpzame brandweerlieden stond ondertussen druk gesticulerend te telefoneren, met de politie naar algauw bleek.
“Ja,” verklaarde hij kort daarop zijn actie, “ik vertrouw die buren van u voor geen meter. Alle ramen zijn potdicht en geblindeerd. Dat ziet er nou niet bepaald bewoond uit. Daarom heb ik de politie maar om assistentie gevraagd. Is u nooit iets aan de mensen hiernaast opgevallen?”
“Ik zou niet weten wie daar wonen,” antwoordde Elena, “ik heb ze nog nooit gezien of gesproken. Iedereen vraagt zich af wie de bewoners zijn.”
Kort hierna meldden zich enkele agenten op de galerij die na enig overleg de deur met bruut geweld forceerden, om vervolgens met getrokken pistool de woning te betreden. Algauw kwamen zij weer naar buiten. Een van hen had een wietplantje in zijn hand.
“Nou, we begrijpen wel waarom u uw buren nooit hebt gesproken,” sprak deze triomfantelijk. “Kijk eens? Het huis staat hier vol mee. Er bevindt zich daar een complete wietplantage. In de gauwigheid heb ik zo’n 300 plantjes geteld. Die kat van u is goud waard, mevrouw. Kan die niet bij de recherche komen werken?” voegde hij lachend toe.
Dagen later las Elena in de krant iets over de arrestatie van een echtpaar in verband met het oprollen van een wietkwekerij in een flatgebouw. Vol trots keek zij naar haar kater August, die haar blik met een klimpartij op haar schoot beantwoordde om zich daar behaaglijk neer te vlijen.
“Eigenwijs beest,” fluisterde zij in zijn oor.
Het gat in het net repareerde Elena de volgende dag meteen. August klom echter nooit meer op de balkonrand, zijn missie zat erop.